47JUSTUS TJEENK OVER DE
Aardrykskundige aanteekeningen in myne
fnipper uuren opgeheld, envoornamen-
lyk aan de verklaring van Gods woord
dienstbaar gemaakt: als in zig behel
zende geen bloote opgeving van de lig
ging en onderlinge afftanden der Heden,
vlekken enz. maar ook te gelyk enen
uitleg van de texten zei ven, die iet van
de Aardrykskunde in zich bevattenen in
zoo verre uit de Aardrykskunde van my
Haan opgehelderd te wordenals de na
tuur van het onderwerp, volgens zyn
verband en famenhang, wil toelaten.
Met welke uitflappenof lieverAard
rykskundige uitweidingen of opmerkin
gen die by gelegenheid van de Landbe-
Jchryving gemaakt wordenik vermeene
den leergierigen lezerinzonderheid
den Bybel-uitleggermeerderen dienst
te zullen doendan wanneer ik my Hip-
teiyk by de Geographie ophielde, als
waar door myne By dragen wel niets van
hear gewicht en aanbelang zouden ver
liezen maar teffens al te eenvormig
zouden wezenom de aandacht en den
Geest yan een onderzoeker te Herken
en wakker te houden, Ik verkieze der-
halven het nuttige met het aangename
hier faam te paarenwetende, met an-