484 JUSTUS TJEENK OVER DE
effene jlreken gebruikt wordt. Heeft het
ooge lust in't gene aangenaam en Jchoon is
en in de groente des gezaaiden meer dan
aan beideJe (us Sir ach XL 21zoo moet
een wydftrekkend land, dat naakt en
ontbloot is, en in zyne oppervlakte (w)
een Zandzee gelyk, zich zoo onbevallig
voordoen als de aarde toen ze noch
woest en ledig, (x) en met geen groen
bekleed was. Het Jleenacbtig Arabie
heeft een meenigte van klippige bergen,
met enge valleyen(y) en hier en daar
groote zandvlaktens. Het allergrootlle
gedeelte van den grond in 't woest Ara
bie (z) beflaat of uit enkel zanddat de
wind nu eens hier, dan weer daar tot
heuvels maakt, waar onder reizigers
bedolven kunnen wordenen is dus heel
dor en fchraalof hy is zout- en falpe-
ter-
(w~) PLUTARCH. Tom. I. p. 55Ó. oil (pVTOV o'gSC/V,
CufstSgov, oö KgoGotiyv ogxs nu$iévTO(s stóetv SieefiXeee-
T&viSffcivütexvüs Ilehayióo t%eup.ct 6ivüv rivuv
'egfoaiv iregiexpvTüv riv STgaróv &C. SA LLUST. B. J.
p rn. 300. Loc a art daat que vajlaér p. 304. inculti
vajiique loci, ager in medio arenofusuna fpeeie: neque jlu-
men neque mons er atqui fines eorum discerneretloc a
aqualia nuda gignentium
f' 137.
(x) TACIT. Annal. L. XIII. C, LV. Inane folum.
(V) R. POCOCICE a defcription of the Eafl. torn. I.
(z) A. F. BUSCHING'S Aardrjks Befcbrjving. 5de
Deel, bl, 473.