500 jüstus tjeenk over de altyd naar de paaienwelke God in de nature gefteld heeften welke van de H. Schryvers zorgvuldig zyn in acht genomenonwankelbaar ingerichtmaar hunne afperkingen loopen altemets gril lig en wispelturig voortwaar van geen voldoende reden te geven is Is het nu uit diodorus betooglyk, dat hy een groote flrook lands van Palastina heeft afgefcheurden aan Arable vast gehegt, dan is het niet buiten de fchreef, wen hy die afgefcheurde ftrook bet Palastina •van Arable noemt. Wy vinden (u), dat hy het Asphal- tiscb Meirby hem in 't midden der drostenye van Idumaagelegen, in Ara ble of het land der Nabatheen plaatst, die Arable tegen der zonnen opgang be wonen, en van hem onder die Volken worden aangefchrevendie bezitters wa ren vanen omzwerfden in die klippige en woeste landendie tusfchen Syrië en Egypte inlagen: wordt nu een groot deel van Idumëe door diodoor tot Arable gerekend, en de Doode Zee, die tot het eigentlyke Canaan behoorde, maar van hem in Idumëe geheld, Arable toege voegd Cu) Lib. 11, 48. XIX. 98.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 578