en gelyk men op ene wyde Zee niets dan
water en lucht kan ontdekken200 ziet
men in deze Zandzeeof, wilde woes-
tenye niets (g) dan den hemel en zand
het welk, zoo een harde wind daar op
woedt, tot lage bergen en heuvelen of
zand-baren opryst, die ook geduurig
weder van plaats veranderen, en 'tge
laat van die aarde omkeeren en anders
maken: welk vetfchynfel van p. mela
fraai befchreven (h) wordt, als hy zegt
dat de zuide wind die zanden even als de
zee beweegten met drooge golven dol en
onftuimig is.
De zanden ten Oosten dezer klippe
zyn niet ten eenemaal dor en grasloos,
maar aan veel (i) oorden weideryk en
in ft a at om een meenigte lammeren en
rammen het noodig onderhoud te ver-
fchaffen. Dit Er etsdit laag (k) of woest
Ara\
HEILIGE AARDRYKSKÜNDE. 509
(g) DI0D0R. sicul. L. II. 54.
(h) shaw's travels, p. 439. For to thefè violent
winds we may attribute the many billows moun
tains of fand, which we every were meet with;
the land fupplying the place of water; or, as this
Vbanomenon is beautifully defcribed by p. mela L. I.
t. 8. Auger arenasquap mariaagens jiecisgevit fluffi~
bus,
(0 diodor. sicul. L. III. 43.
(k) servius tres flunt ArabiaInferiorTetrodes
Eudaemon.