5l8 justus tjeenk over de
enen haat van onafhange^ykheid bewaar
den. Zy hebben wel eens omtrent na-
buurige koningen, die een groot vermo
gen hadden, zich infchikkelyk gedra
gen, eenigen hunner zich in fchyn on
derworpen, ook wel met hun (y) ver
bonden aangegaan om tegen hunne vy-
a? iden te hrydenen allen onderhand te
bewyzenmaar nooit kwamen zy zoo ver
re dat zy hun juk op hunnen hals wil
den gedogen, en zich aan hun goeddun
ken onderwerpen. Sommigen hunner,
die kort by de bebouwde landen woon
den werden wel overwonnen en ver-
ftrooid, maar nooit kon men de gantfche
Natie t' onderbrengen. Dit Er etshet
zandde wildernisfe van Arable was
hun tegen den vyand een onverwinlyk
bolwerk (z); zy woonen in tenten, die
zy a's wandelende heden kunnen ver
zetten, naar dat de gelegenheid des buits
en der plaatfe is vereifchende. Zy er
kennen geen Souverainzy zyn het ver
meesteren niet waard, zegt sandys(a)
en kunnen ook niet vermeesterd wor
den
(y) Univerfal Hiftory. vol. 20. p. 196, a Disfertation
Mpo?z the Independency of the Arabs.
(Z) DIODQR. SICUL. L. XIX. 94,
00 Befckryving van 't H. Land. bl. 130.