52O JUSTUS TJEENK OVER DE met (c) alle hunne tentenmet zak en ak opbrekenhun vee is gewend aan et voedfel der woellyne, kunnen den dorst lang uitftaanen voor drie dagen gedrenkt aanhoudelyk voorttrekken, zon der dat men hen kan vinden of inhalen. De Tartarengenaamd Kosfat shy-or da en Kara kalpackshebben een zelfde ge woonte. Zy verfpreiden zichmet hun ne kudden, in de groote woeltenyen. Zy zyn in geduurigen oorlog met de Kalmukkendie langs de Wolga wonen gelyk ook met alle hunne andere nabuu- ren. Tegen de Reguliere troupen zyn zy niet vermogende te liaan, en als zy daar door worden aangetast, wykenzy met hun gezin en veein de ivy de woes- tenyealv/aar niemand, behalven (d)die van hunne levenswyzehen volgen kan. De Arabieren van alle tyden vonden de woestenyen hunne beste fchuilplaatfen. De Nabathe'ênfchoon meesters van Se- lahgbetrouwden echter (e) niet op de- Ze rotjemaar, op het naderen van over macht (C) Memoires du Chevalier D' AR VIEUX torn. III. p. IOI Voyage dans la Palejline<&c. par DE LA ROQUE />- Ipo. Ipl. (d) t. bells Reize van Petersburg naar Peking in China I deel bl, 203. (e) DIODOR, SICUL. L, XIX, 94 .fep.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 596