522 JUSTUS TJEENK OVER BE nemen wilden zy allenzonder iet van belang te hebben uitgerigtin de wilder- nisfe niet omkomen. Dit kan dienen ter opheldering van Jer. XLIX. 8. 30. daar ik my voor het tegenwoordige al leen bepale tot vs. 30. Vliedetzwervet fluks henen weg, wonet in diepe phatfen gy inwoondens van Hazor, Jpreekt de heereDeze herders, die in tenten in de woeftyne gerust en zeker woonden geen deuren noch grendelen ter hunner verdediging haddenmaar van de be bouwde landen afgezonderd in de woes- tyne eenzaam en Uil leefdengeen ande re hanteering kennende dan kemelen en fchapen te hoeden, worden hier, we gens een nakend oordeel en een zwaar onweder dat zich famentrokgewaar- fchouwd om in dit Er etsof wyde zand den aantocht van Nebucadrezar te ont- wyken, en daar door hunne flavernye voor te komen. De Kedarenendie ene zelfde afkomfte en levenswyze met de Nabatheën hadden, moesten zich ver* d>epen om te wonen, dat is, verreweg in deze zaadwilder nisje vlieden, en even als de woud-eZel voor hittige jagersin de woeftyne van d' ene naar d' andere plaat- fe vlugten, en zich geen ruste geven of wei

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 598