524 JUSTUS TJEENK OVER DE Demetriushunne kudden verdeelden, en de een her- en de andere derwaard in het woest Arabie weg trokeen land daar de wegen ondoorzoekelyk zyn en de *paden ophouden en zoo men al eens flaagt in den enen troup aan te treffen het echter'er verre van daan is van het gantfche volk in zyn bedwang te heb ben. Zy kreunden zich zelfs niet aan de grootfle overwinnaars, en durfden wel Alexander (h) onverhoeds in den Libanon aangrypen- De alleenheerjchers hebben hen niet t'enemaal kunnen on derbrengen en de Turken moeten hen ontfien, en in zekere gevallen fchat ting betalen. Maar waarin beftaat hun betrouwen niet in hunne dap perheid als die met den woud-ezel ge woon zyn te vlieden, maar in hunne vreeslyke woestynenzoo dat zy hunne nabuuren veel kwaad kunnen berokke nen zonder dat het (i) op hen kan ge wroken worden. Zy nemen hunnen toevlugt niet tot de bergen ofte meenigte der heuvelenmaar verkiezen de vlakte waar (h) CURTius L. IV. e. II. (i) Defer ip* ion de V Egypte compojïe fur les memoires de M. DE MAILLET par M. I' abbd LE MASCRIER. p 30.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 600