52ö justus tjeenk over de
heirmacht, diep in de wildernisfen wy-
ken, alwaar het niet raadfaam ishen te
volgen, gelyk de gefchiedenis daar van
verfcheidene voorbeelden ten nadeele
van hun, die zulks onderhonden, aan
de hand heeft gegeven (1). Crasjusvan
Ariamnes bedrogen en verlokt naar ene
yslyke zand woeflynebragt zich zeiven
en zyn leger in zulk ene ongelegenheid,
dat het hem en zynen zoon het leven
koste, en den Romeinen niet veel minder
kwam te haan dan de neerlage by Canne.
Hy werdt van dien bedrieger geleid door
een diep zanddat met het oog niet kon-
de afgemeten wordenhet geen niets
voortbragtmaar dat droevig om aan te
zien zonder beken, bosfchen of bergen
den krygsman vermoeide, en den tocht
bitter maakte. Een zeevloed van zand
(zegt plutarchus) ging rontom het ieger
Komt de zee by de Latynen wel voor
onder de benaming van profundumde
dieptehet diepeen worden de zand-
woejlynen by zeen vergelekenen wel
eens
(1) plutarchus, torn. I. p. 556. uKf aTS%vwg
zeXayióv ti SivZv rivxv %spiexóvmiv róv
STpzTÓv ib. siq epyxt'av d%avPj xd,i (3u$óv 'eu%suvTa vijv
(rpuTiav conf. philonis Judtei l. IIl.de vita Mo fis. p,
690. e' 'ei, 'èvctvncts d%c(vés isri nihuyos'