HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 535 ene opgang, met handen gemaakt, en vry naauw, naar boven leidde, en dit gefchiedde alleen in tyden van oorlog of als zy onraad duchtenof enig nade rend onheil vreesden, dan ftelden zy zich op de rotje om niet overrompeld te worden. Weshalven de bedreiging aan de Edomiten gedaan op de bewoners van Selahg der Nabathe'èn in alles niet wel is over te brengen. Selahg der Edomiten lag, naar alle waarfchynlyk- heid, by het zout-dalAmazïa Jloeg de Edomiten in 't zout-dal tien duizenden nam Selahg in met krygen noemde haa- ren name Jokt eel2 Kon. XIV. 7. Maar Selahg der Nabathe'èn was daar van een heel end verwyderd en lag tusfchen het Doode Meir en den Elamitifchen (x) zeeboezem. Efau bezat vrugtbare akkers, had de vettigheden der aardewas geze gend van den daauw des hemelsen deivyn- Jlok was een groote zegen in EdomGen. XXVII. 39. Num. XX. 17. De Naba the'èn bewoonden dorre en waterlooze plaat Jen. De klippen die hen omring den waren kaal en glad, en geleken niet naar het ruig bewasfen Seir y en uit LI 4 dien (x) DIODOR. SICUL. L. XIX. 98. I

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 611