we ik genoegzaam te hebben aangewe
zen dat 'er twee vestingen van dien naam
geweest zyn, het geen in een klippig
land geen verwondering kan baren. De
eene behoorde tot de Edomiten en lag
meer onder de bergen op de grenzen
van het Joodfche land, de andere, op
dat ik met de Ar abler s fpreke, lag in
den (a) zoom of jlippe van die fteenklip-
pendie het woest Arable voor een groot
gedeelte omfingelen Uit deze ligging
blykt de nadruk van Jef XL1I. n. b.
Laten de bewoners van Selahg juichen en
van den top der bergen offchr eeuw enla
ten zy, die te Petra in ene laagte wo
nen, tusfchen fteenklippen ingefloten,
zich ftellen op de kruinen der rotfen die
hen omvangenten einde hunne lofzan
gen mogen gehoord worden, laten zy
fchreeuwen van den top der bergen, dat
het klinke over de zandvlakte. Laat het
woeste Arable (b), de woestyne en haare
Jleden de Jlemme verheffen met de dorpen
die Kedar bewoond, laten de dorre woes
te plaatfen, die ftille, verlaten, eenzaam
LI 5 en
HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 537
Ca) SCHTJLTENS de Vef. p. 430.
(b) h. j. breuning noemt in zyne Orientalifihe
reis bl. 173. het woest Arabie, Arenofa oder Sandig
Arabia.