538 JUSTUS TJEENK OVER DE
en onbewoond genaamd wordennoch
tans zoo wel als de bebouwde en be
woonde oorden weergalmen van des
HEEREN lof.
Om van dit Petra af te flappen moe
ten wy noch, ten befluite, een plaats
uit athanasius bybrcngen, waar uit
blykt dat 'er twee (leden van dien naam
in 't Oosten geweest zyn. Hy fpreekt
van twee Bisfchoppen Arius en AJlerius,
de eerfle kerkvoogd van het Palestynsch
en de andere van het Arabisch Petra,
De (c) Heer relamd, die ook deze
plaats heeft aangetrokken, kan daar in
niet vinden het geen wy vermeenen,
hoewel hy bekent van elders te blyken,
dat AJlerius Bisfchop van Petra in Ara
ble geweest is. Men kan hem breeder
daar over nalezen en zyn vermoeden
over die plaatfe onderzoeken. Ons noch
tans komt het zoo voordat in den aan-
gevoerden Griekjehen text ene ellipjis of
woord-uitlating te flellen is, en dat ïIst$v
moet begrepen worden voor Ttjg 'Agafilag
welke ellipjis in ene foortgelyke woord-
fchik-
(O Talaft. llluftr. p. 927. ubi haec ATHANAsii ver
ba: Kaï "Apetm /xiv xai Asrépiovov fj.èu dió IlfTptSv
rvjï IluKcasTlvqgróv Sè cmo rijs 'Afttfi 'tas-