heilige a ardrykskunde. 539
fchikking zeer eigenaartig is; en wy
worden daar in geftyfd, om dat dezelf
de athanasius in enen brief aan de
Antiochenersmet ronde woorden fchryft
(d) 'Agrspog ïlëTgiïv rijg 'A?a(3Istg, Aste-
rius Bisfchop van Petra in Arabier—
Ik gaa over tot Pf. CVI. 27. CVII. 3.
Het beloop van deze Pfalmen leert ons
dat rwiN de zandige oorden van die vrees-
lyke en barre woestynezyn, die ten Zui
den van Kanaan lag; en door welke Is
raël naar het gezegende land der belof
ten js opgetrokken. Want zy doorreis
den ene onbewoonde woestynet en in onge
baande plaatfen Jloegen zy tenten op. zie
't Boek der Wysheid. XI 1.
Het Jleenachtige Arable (e) beftaat uit
bergenklippenzandige en woeste vlak
ten en enge valleyen. In zulk een woest
en eenzaam land, in deze huilende wil
der nis fe (S™ piO vondt god de kin
deren Israelsin dorre en onherbergza
me plaatfen Deut XXXII. 10. waar
in nochtans (naar Salomons oordeel) het
be-
cd) Voyez ausfi Journal des Spavans Janvier 1769. p.
126. 128. Deuxieme lettre fur une notice des Regions qui
compofoiesit "Empire Romain.
(e POCOCKE a Defcription of the EaflVol. I.p. 137,
piodos., sicul. L. II. 54.