564 JUSTUS TJEENK OVER DE dorre plaatfen zoekende ruste, ende en vondt ze nietenzMatthXII. 4345. Luc. XL 2426. De woestebarre en eenzame plaatfen komen voor als de woningen van draken en flangenrechte zinnebeelden van de oude Jlange en helfchen draak De Jlange die met haren buik op het lof gaathet Jlof met hare tonge lekt, Gen. 111. 14. Mich. VII. 17. en welker fpyze het (lof is Jef.LXV. 25. fleept zich traag- lyk door deze zandwoestynenedoch zoo ras de (g) zwampen en poelen zyn uitgedroogd, en zy aan water komt ge brek te lyden, wordt zy woedend en dol (h), en door een brandenden dorst voortgedrevenfchiet zy als een blixem voort, en door ene fnelle (i) zweepswyze be- (g~) VIRG. Georg. 111. 533. Ch) SALLUST. B J. p. 324. (i) LUCAN. L. IX. Ó30. l/lit faucibus angues Stridula fuderunt vibratis fibila linguis Ttemine# qui more coï/.jl' per lerga oluti Ipja flagellabant gaudentis colla Medufee. Did. ér IATINI PACATI Panegyr. Ed. Arntzen. p. 135. ér trepitantia torto angue flagra qu at ie bas &c. OVID. Met. L. III. 93. Pondere ferpentis curvata est arbor ér itnee Parte fiagellari gemuit fua robora eau da. Voyez aus/i te Journal des fyavans Juillet 17Ö9. 383» Le

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 640