aarde(r) zegt de Arabifche Wysgeer
Job XII. 8. zoo moet de vertaling we
zen, en niet: [preek tot de aardeende
zy zal het u leeren. Doe een wandeling
door deze zandenneem daarin eens uwe
uitfpanning, doorwandel ze met een op
lettend oog en met ene weetgierige en
waarheid lievende zieleen gy zult, na
het vereischte en behoorlyke onder
zoek gewaar worden dat die zandvlak-
tens niet te vergeefs gefchapen zynnoch
vrugteloos een aanzienlyk deel van de
óppervlakte des aardkloots innemen.
Gy zult geen ledig blad in 't boek der
nature befchouwenmaar het zelve ver-
handig en verwonderlyk befchreven vin
den befchreven met merken en letters
die niet als een fchrift in 't zand op den.
minften wind onduidelyk worden, en
gantfchelyk verdwynen, maar die on
uitwisbaar volharden, en u van de on
eindige kragt en Godlykheid des getrouwen
Sc hep vers zullen overtuigen. Gy zult 'er
ontdekken een meenigte van kruipende
gediertendie hier eigentlyk te huis hoo-
Nn 5 ren
HEILIGE A ARDRYKSKUNDE. 569
(r) A. SCIIULTENS in prov. p. 54.
Nam dam per litora lentis
Pasfibusut foleofummd fpatiarer arend.
OVID. Met. L. II. 572.