heilige aardrykskunde. 571 Schepper en zyn beftuur te mogen loo chenen, fchoon velen hunner zulke woes- tynen nooit hadden gezien, en niets daar van wisten te zeggen, dan het gene zy by anderen daar van vonden aangetee- kenddieof als kooplieden deze woes- tynen hadden doortrokkenof ten min- ften niet met die kundigheid en vereisch- te oplettenheid, om de einden der fchepping daar in op te merkenen te bedenkendat de barre zanden zoo wel als de vrugtbaare ftreken (gelyk van bra ve wysgeeren meermalen is aangewezen) hunne nuttigheid hebbenen mede wer ken tot de volmaaktheid van het gantfche famenftelfel, Daarentegen zy, die door wysheid en voorzichtigheid zich laten beftuurenverre van te berispen het ge ne zy niet kennen, maar leergierig en genegen om uit alle voorkomende dingen wetenfchap te trekkenzullen van deze- wildernisfen op enen gantsch anderen toon fpreken. Had ik geen naauwkeu- rig oogfchouw van de zanden rontom de Egyptijche Pyramiden genomen (het zyn de woorden van den Heer has- 5j selquist) (s) ik zoude geloofd hebben, het (S) Rcize nach Pafoeflina hl. 8687.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 647