HEILIGE AARDRYKSKUNDE. 575
een bewys der waarheid vindendat
de Schepper niets te vergeefs heeft ge-
maakt, en dat 'er geen oord op den
aardbodem zyof de natuur heeft die
tot het verblyf en onderhoud van het
een of ander fchepfel gefchikt en be-
kwaam gemaakt".
De beteekenis, welke wy aan het
woord Er ets gehegt hebben, zal ont-
duisteren het midden gedeelte van Job
XXXVII. 13anders zwaar om te ver
daan, en waar omtrent Vader houbi-
gant zeer eigendunkelyk handelt, door
te dellen dat de woordenON of
te tot zyn land: eerst op den rand van
't handfchrift gefchrevennaderhand in
den text zouden zyn ingevlyd. De mee
ning van Job laat zich gemakkelyk be-
grypen, als wygadeflaan, dat hy, hier
en elders, het wys en verftandig beduur
van god, in de uitdeeling van 't regen
water, in oogfchouw neemt, zyn bewind
over alle verhevelingen erkenten zyn
beduur over de dampen en waterdog
kens beweert. Hy wil ons doen opmer
ken, dat 'er niets by geval gefchiedt, dat
zelf de wolken, die, zonder het minde
opzicht en leiding, inde wyddrekkende
lucht fchynen om te dry venen geen be
paal-