heilige aardrykskunde. 577
tynen en heete zanden van Arable bezoekt,
en het drooge en verbrande bewatert uit
zyne rivier die vol water is.
Deze weg van god in de zwaare en
zwangere wolken, en het druipen zyner
voetflappen over woeste en wilde zand-
freken kwam hem verheven en wonder-
lykvoor: endoor ervaring onderrecht,
en van boven onderwezenerkende hy
daar in den vinger van god, en eerbie
digde zyne handelwyze. Wie heejt hem
gefield over de aarde ende wie heeft de
gantjcheweereld gefchikt? XXXIV. 13.
wie deelt voor den flortregen enen water
loopende enen weg voor het weerlicht der
donderen om te regenen op (x) 't landt
0daarniemand is; (op) de wocstyne
daar in geen mensch is: om 'twoeste, en
de het verwoest ede te verzadigenende om
het uitfpruitfel der grasfcheutkens te doen
wasfen. Hoofdjl. XXXVIII. 2527.
Niemand (volgens onzen Natuurvor-
fcher) kent gods weg in de wolkenof
ziet hem in zyn paleis als hy brult met zy
ne femmeals rontom zyne tente duister-
II. Deel. Oo beid
(x) DÏODOR. SICUL. L. XVIII. 6. [JL(%pi ■f V.O.TX
rfr'AaxtSwv xor/^m- JQSEPHUS de E. JL. II. c XVI.
4. 'en