598 justus tjeenk over de de het niet de gemeene en gewone be tee kenis wezen en in de woordfchikking waar in het hier ftaat als vereenigd met pi* land, hoedanig ene famenvoeging dikmalen plaats heeftwyst het aan alle de in - en opgezet enen des landszoo die in de bemuurde fteden, als die in de dor pen en op het land leven. En wy heb ben te meer redenen om by onze mee ning te volharden, doordien de oude dichters van ene rechtvaardigevoorzich tige en vreedzame regering het zelve hebben opgegeven, het geen de H. dich ter daar van in dezen Pfalm heeft opge zongen. homerus laat 'er zich dus over uit (g)de menfchen leven gelukkig on der enen uitmuntenden Koningdie Go- de gelyk is, over vele en brave mannen heerscht en het recht handhaaft. De zwarte aarde draagt tarwe en gerfte, de I BOMER. Od. T. vs. T08. feq. HESIOD. e. VS. 224 feq. OPPIANI de Fiscat. L. II. vs. Ó80 vvv yap <re S/'ntp èpsnTsipci Tivigm nepónemi tsvvégTiov VjSè cuvotnog. JESCHYL. A gam. vs. 960. vov ■/pciTOWTCi lAatöciuGig ©£aj ipóerajöev evpievOis irpopXépxsTar Exuiv yap ovSelg Sovhtu Zpvjrai ('j/k. ELATONIS de Repuiil, L. II. p. 423. Movtsalcs Ss róvfwt veaviw/iïepee riycftxnat C'óg avrov isapd. OsZv ItiÓtUTi rots iïiHZlQIS Sic.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 674