heilige aardrykskunde. 599
de vrugtboomen hangen met ooft bela
den het fterke vee teelt gelukkig voort,
en de zee geeft visfchen. hesiodus zegt
op dit zelfde voetfpoor, maar wat breder:
de fteden en menfchen groeijen en bloei-
jen onder overheden die recht en ge
rechtigheid oeffenenoveral is 'er vrede
op de aarde, en de wydziende Jupiter
berokkent de ingezetenen geen moeije-
lyke oorlogen. Geen honger of kom
mer plaagt de rechtvaardigen (h), en
groenende verzamelen zy hunne vrug-
ten. Het land brengt hun zyne inkom-
ften overvloediglyk voort (i) De hoo-
ge eikelaar draagt zyn eikels, en in
zyn midden befluit hy honigvloeden.
De woldragende fchapen zyn met vach
ten beladen, de vrouwen baaren kinde
ren hunnen ouderen gelyken zy zullen
p p 4 on-
(i) Ib. p. 48. Ut veto lucem gentibus extuliflisexits-
de Jalutares fpiritus jugiter manant. Nullus ager fallit
agricolam nifi quod fpem ubertate fuperat. hominum estates
ffy numerus augentur. Rumpunt korre a condita mes fes, et
tarnen cultura duplicatur. Ubi filva fuerejam leges est
metendo vindemiatido defecimus.
(fr) Duodecim. Panegyr. vet. a CHR. CELLARIO editi
p. 18. flu are f non fruftra Groei poeto hominibus jufliti-
avi colent ibi/s repromittunt binos gregum fetusdvplices
arborum fruBusnunc omnia gentibus univerjis gemina de-
bent ur quorum vos dommi tam fanBi juflitiam con*
cordiam colitis.