GORDYNEN DER VESTINGEN. 603
en gaf de verhandeling daar over met
haar X deel in 't ligt.
III. Ik wierd hoe langs hoe meer in
myn gevoelen bevestigd, wanneer ik de
redenen gaaefloeg van de overgroote
flerkte in fommige vestingen, die door
moerasfeninundatienfterk ftroomende
rivieren, en dergelyke gefteldheden der
natuure, zoodanig ongenaakbaar zyn,
dat zy alleenlyk van weinige kanten kon-
nen worden aangevallen. Dit, dacht
ik, kan men ook door de konst met
gordynen uitwerken. Ik wil mynen le
zer door alle myne ontwerpen over dit
onderwerp niet henen leiden. Ik kome
ter zaak.
Maar op dat ik niet, als met ongewas-
fchene handenaan het werk valle, een
werk (zegge ik) dat wegens zynen in
vloed op de uitwendige veiligheid van
de Republicq (maar wie gelooft het?)
zoo veel invloeds heeftzoo zal ik eerst
eene rechtfchapene definitie van eene
gordyn in 't algemeen trachten voor te
ftellen. Dit is vreemd, zult gy zeggen,
in den vestingbouw ook definitiemoet
men daar ook redeneren? maar, bid ik
- u/