van de Zeeuwfche eilanden waren. De
gronden voor dit nieuw gevoelen (w) by
gebragt, zyn zoo gewichtig en voldin
gende, als men, op eene redelyke wy~
zein zulke donkere zaken kan afvor
deren. Ook ben ik niet afkeerig van
te gelooven, 't gene die Heer over
den naam der Saliers aanteekent, dat
zy dien niet van dXgSalum, of van dé
rieviere Sala hebben gekregenmaar van
i^ciAYjde onfiuimigheid der zee te kennen
gevende; zoo dat de naam Salii zeer ei-
genaartig op de bewoners van Zeeland
zal pasfen (x).
Om-
16 ANTWOORD OVER DE
(w~) Bladz. ii24.
(x) Sommigen zyn van oordeeldat men den
naam Saliers met veel waarichynlykhejd zou kun
nen afleiden van het Duitiche woord Saaie, by de
Nederlanders beteekenende een' groote kamerof
•vertrekvoorts een hofhoeveop welke niet al
leen de voornaamfte Heereii hunne woning en hof
houding hadden, maar ook hunne vergaderingen,
yierfeharen en gemeene land-dagen hielden. Zv
merken daar by aandat de Saliers de éerftc onder
de franken zyn geweest, die zulke Saaienkamers,
vergaderingen en viericharèn hebben aangefteld,
in welke zy hunne wetten beraamdennaar wel
ke alle onderlinge twisten beflist en gevonnisd wer
den; zoo dat zy uit dien hoofde Sainen de wet
ten, die zy maakten, lex Salica konden geheten
worden. Zie teschenmackerus Amal. Xlivi<e
part.