ftaat bleef om zich door behulp van hoo- ge dyken voor den vloed der zee te be veiligen, moesten deze landen alshooge fchorren worden aangemerkt, waar op de bewoners, by laag water, zich kon den ophouden, maar by een hoogen vloed genoodzaakt werden van daar te vertrekken, of eenig middel tot hunne veiligheid uit te denken. Geen wonder derhalvendat men betwistte of zy tot het land of de zee behoorden (c). Men fchynt zich toen bediend te hebben van hooge heuvels van aarde gemaaktoud- tyds Terpen of Torpen geheten (d), waar op de bewoners zich met hun vee bega ven om bevryd te zyn voor de over- ftroomingen van de zee (e)die twee maal op eiken dag een groot gedeelte der landen, en, by eenen zeer hoogen vloed, byna alles overdekte. Waar- fchynlyk zyn daar van noch overig de veelvuldige hoogten, nu vliedbergen ge- B 5 naamd OUDHEDEN VAN ZEELAND. 2$ Cc) van de spiegel over den oorfprong der Va- derlandfche rechten, bl. 6, 7, 14, 15, Cd) klaas kolyn f 62138, 712. De Verhan deling over de Terpendoor eene kundige hand ge- fchrcven en geplaatst in de nieuwe bydragen tot opbouw der Vaderlandfche Letterkundeis waar dig om gelezen te worden. (e) plinius Hifior. Natur. Lib, XVI, c. i„

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 93