9 4. Die kolken zyn doorgaans voor zien van één of meer uitgangenof geu len, naar de diepte en het d.igstby gele gen kanaal of vaarwater gaande, en in dezelve uitkomende. 5. Dezelve grondbraken gefchieden veelal by laage ebbenin Ail weder, met aflandige windenna gierftroom. 6. Zy hebben meest plaats, Daar fter- ke ftroomenof tyelangs en op de wal henen fchieten, of daar draaijingen en malingen van het tye, of zoo genaamd neergaan 7. Daar veel val van waternamelyk hooge vloeden en laage ebben plaats heb ben, gelyk ook daar meer ebbe dan vloed gaat; 8 Daar fteile oevers, en diepe kanaa- lenof vaarwaters plaats hebben 9. Daar de gronden met doorgaande laagen vasten derrykleyof andere vas te Aoffenen daar onder losfen derry fpier, kwylzand, fchulpzand, of ande re losfe ltoffenfamengelteld zyn. A 5 10. Ein* IN DE ZEE-DYK. EN.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 103