lyke redenen van de vallen en grondbra ken zal opgeven (ik zegge, de meest waarfchynlyke redenen om dat een on wraakbaar wiskundig en zeker betoog in dezen niet wel mogelyk iswant wie tog heeft den bodem der zee doorwan deld, en wie kent volkomen de ingewan den der aarde?) en dan zal ik aantoo- nen de voorname redenen, waarom die grondbraken ook in de Provincie Zee land byzonderlyk plaats hebben. Met opzigt van de algemeene oorza ken en redenen der vallen in de zee-dy- ken, zegge ik Eerfielykdat het eene waarheid is die niemand onbekend kanzyn, en door het getuigenis van verfcheiaen fchryve- ren geftaafd wordtdat het aardryk tot een zeer verregaande diepte, en zelfs zoo verre ons de boor en gravers zulks hebben konnen leerenopveele plaatfen is faroengefteld uit beddingen van zeer onderfcheiden foort van ftoffen", als koorn-aarde, favel, kley, vasten en los- fen derry, fpier, zand, fchelpzand, kwylzand, en meenigvuldige andere foorten meer, zeer onregelmatigop de eene plaats dus,, en op de andere plaats ZOO IN DE ZEE-DYKEN. II

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 105