20 B. NEBBENS OVER DE VALLEN malingen of zoo genaamde neerwel meest en eerst het hunne bybrengen in 'tlos maken der ftoffenen de ebbe meest doet tot de wegvoeringe der losgemaak te ftoffen en in dat gevoelen worde ik byzonder geftaafddoor de gewoone re gels en middelendie men ter verdie- pinge van kanaalenof vaarwatersby de hand neemt; waar mede men, im mers meesttyds, best flaagt, als men meerder ebbe dan vloed door zoodanig vaarwater kan brengenom datin zulk gevalde losmaking der ftoffe niet genoeg tot deze bewerkinge zoude zyn, als de ftoffe zelf niet weggevoerd wierde; en hier toe zullen met opzigt tot de vallen ook myne hier voren opgegevene 6,7, en 8 bevindelyke aanmerkingen en waar nemingen ten bewyze ftrekken Dat alverder, door die uitlokkinge en wegvoeringe der ftoffen, een ondermy- ning veroorzaakt wordt, namelyk op zulke plaatfen daar de grond, of bed den zoo als ik te voren zeidemet on- derfcheidene laagen van meerder en min der voor de vloejbaarwording vatbaar zynde ftoffen is voorzien; want daar geen andere als eenfoortige 't zy losfe of vaste ftoffente vinden zyn, neemt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 114