IN DE ZEE-DYKEN. 31 en ebbe, draaijingen, malingen of neer, op en langs fteile oevers heen fchieten, en hunne werkingen doen, alles, gelyk' hier voren in 't breede wordt gezegd en getoond is Wie weet niet, dat de gronden van de Provincie Zeeland voornamelyk fa- mengesteld zyn uit zoodanige onder- fcheidene foorten van ftoffen men vra- ge zulks aldaar den eenvoudigften land man een gemeen arbeider zal ons zeg gen, dat men aldaar vinde koorn-aarde, fa vel, kley, zand, vaste of losfe derry, als mede fpierwaarin men fomwylen een ftoktot 8 a 10 voeten lengte, met een enkelde manskragt, op zyn einde kan ftekenhy zal ons ook onderrigtendat die onderscheidene foorten van gronden, zeer onregelmatig, op fommmige plaat- fen met ftrooken, liemen, of fcheên door het aardryk heenloopen, in meer-» dere Óf mindere dikte en diepte, en op andere plaatfen als met regelmatige laa- gen op malkanderen fchynen gepakt te zyn. Trouwens volgens natuurkundige regels, zyn alle nieuw opgewasfene, en als uit de diepte der zee hervoortgekome- ne gronden met beddingen en kagen van 011-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 125