4$ B. NEBBENS OVER DE VALLEN
tie te ge venals mede aan Honds een ac
curate peilinge op 't laaglle water in 't
werk Hellen, met lynen uit de wal;
voorts van alles een naauwkeurige aan-
teekening makenzoo van 't beloopof
figuur des weggevallen gronds, of gat,
als deezelfs diepte, en de oneffenheden
van den grondflag en bodem; wyders
onderzoekenof de oevers van het gat
geheel Heil of vlak zyngelyk ook waar
de uitgang of geul naar het diep, en
uit de wal is, deszelfs breedte, diepte
en raijinge tot den eindeen tot in het
diep, is 'tmogelyk, navorsfchen, en
aanteekenen, dat by peilinge in de mees
te gevallen kan gefchieden, en hoog
noodig isal was 't van roede tot roede
op dat men den geheel en val, met alle
zyne omflandighedeneven of men dien
doorwandeld haddeop 't papier en in
teekeninge brengehebbende intusfchen
ordre gellelddat de oevers of zoomen
der weggevallen dyk, of meyland, zoo
verre daarby te komen ismet beflag of
horden worden bewaard voor afkalven
en uitravelenof, zoo de nood het ver-
elschtzal men dezelve met zeilen be-
fpannen, en, naar de omflandigheden
der zaak, allezins, tegen verdere onhei
len