54 B. NEBBENS OVER DE VALLEN het in diervoegen iigt kan plaats heb ben, dat men "er niet by kan, om digt te maaken. Het ftuk dus wel en vierkant geplaatst zynde, belast men het verder met plon- fen van ibrik of knoetenen is men in 't gevaldat men het gat niet met ééne lengte kan afzinken, moet men vooral zorgendat het tweede aanliggende ftuk, zoo veel mogelyk, wel fluite aan het eerfte, waarom men het eerfte gezon ken ftuk, na 't zinken, niet te veel moet beplonfen, alzoo men ligtelyk aan dien kant van het ftukdaar de fluiting moet komen, het aanfluiten door het bezy- den van 5t ftuk gevallen brik, of knoe ten te veel zoude beletten. Beide ftukken, invoegen voorfchre- vengezonkenen tegen het werk aan- gefloten, en opgeplonst zynde, gelyk ook de fluitinge van de twee ftukken te gen malkanderen wel in agt genomen zynde, werkt men naar bevind van zaa- kenen omftandighedenheeft men te veel diepte, en nog geen genoegzaame zate,, ruim om het talu des dyks te kry- gen, men zinkt nog zoo eene laag ftuk-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 148