IN DE ZEE-DYKEN. 69
vallenzal menom zig voor de woe
de des waters te dekken, genoodzaakt
wordeneen agterdyk of inlaag C H F
aan te leggenen dit gedaan zyndezul
len wederom de hoeken C en F worden
uitgehold VI), en de plaat ab geduu-
rig grooter wordendezal zulks de fnel-
heid van vloed en ebby C D en F ver-
grootenwaar door alras ook de inlaag-
dyk C H F ondermynden de vallen en
grondbraken zoodanig vermeerderd zul
len worden, dat men inlaag op inlaag
zal moeten leggenen dus het eene ge
deelte lands voor en het ander na aan
de zee ten prooije overgeven.
<5 XIV. Dus in 't algemeen de oor-
Zaaken der meenigvuldige vallen en
grondbraken aan de zeedyken hebbende
aangetoondzal het niet zeer moeijelyfe
vallendaar uit de reden derzelve in op-
zigt der Provintie Zeeland in 'tbyzon-
der af te leiden.
XV. De redenen zullen geen an
dere zyn, dan dat de eilanden van Zee
land van hun begin af tot heden toe
met de woedende golven der Noordzee
hebben te flryden gehadwelke dikwils
E 3 door