IN DE ZEE DYKEN. 7.1 waar door de oorzaak van het kwaad niet werd weggenomen, maar veel eer verergerd XIII), zoo dat men ge- duung op die wyze agteruitdeinzende, die kreeken in den tyd van omtrent 600 jaaren tot geheel groate rivieren gewor den zyn (i), en wel inzonderheid het ooster en westerfcheld (k). XVI. Deze nu ten noorden en zui den van het eiland Walcheren in gehee- le zee-ftroomen veranderd zynde, moes ten ook de fnelheden van vloed en ebbe aan die zyden vertragen XV), en der- halven de vallen en grondbraken, uit de fnelle beweging van vloed en ebbe voortkomendeverminderendog het welk van geen zeer langen duur konde zynalzoo door den aangroeij der plaa- ten in die ruimten de fnelheid der ftroom langs de ftranden van dat eiland in 3t vervolg wederom wierde vermeerderd IX)'t welk wederom vallen en grond- braaken, in de dyken, voor al op die E 4 plaat- (i) Zie de kaart van Zeeland van 't jaar 1230 in de €hronyck van Zetland door j. reygersberg. (k) Ik neem deze twee rivieren ten voorbed de om dat men in de oude kaarten van Zeeland op de andere weinig ftaat maken kan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 165