82 B. RENOU OVER DE VALLEN minfte gevaar loope, om door de kragt der llroom van vloed en eb befchadigd te worden. XXX. Om nu zulk een plaats te vinden, moet men onderzoeken, waar de vloed, die tusfchen den dyk en de plaat heen en die buiten de plaat om loopt, malkanderen ontmoet, en daar dit gefchiedt, moet de dam, of'er zoo na- by als eenigzins mogelyk is, gelegd wor den, zoodanig dathy den vloed, die tus fchen den dyk en de plaat heen loopt, regthoekig fnydby voorbeeldde vloed by E inkomende, zal zig by OP in tweën fcheidenen ter wederzyde de plaat by M en N voortloopenals men nu door waarneming gevonden heeft, dat deze ftroomen malkan deren by A B ontmoetenzal dit de plaats zyndaar de dam in de rigting CB regthoekig op de ftreek van den vloed M moet gelegd wordenzoo dat zyn kruin van den dyk by C af met het oppervlak der plaat ge noegzaam horifontaal legge, en op den buitenkant derzelve by D met een flaau- we do peering te niet loope. XXXJ. Want als de vloed be gint

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 176