IN DE ZEE-DYKEN. 83
gint, zal het water langs M en N voort-
loopende te gelyk by den dam CD ko
men, en hem wederzyds met een gely-
ke kragt botfenen dewyl de dam den
vloed regthoekig fnyd, zal deze botfing
ook regthoekig gefchieden, en de terug-
kaatfmg in dezelve rigting zyndat is
in een tegengeftelde ftreek met den ver
volgens aankomenden vloed, die daar
door in kragt van botfing tegen den dam
verminderen moet, alzoo de eene bot
fing geduurig de andere zal vernietigen,
terwyl het water, ter hoogte van den dam
gerezen zynde, over denzelven en de
plaat zal heen loopenzonder in de ftreek
der beweging van het onderfte water ee-
nige veranderinge te veroorzaakenwes-
halven de dam, op deze plaats gelegd
zynde, geen het minfte gevaar kan loo
pen om door den vloed befchadigd te
wordenook zelv niet by zwaare ftor-
men, dewyl het water, of fchoon dan
fnelder langs M en N na den dam CD
bewogen wordende'er evenwel op den
zelven tyd zal bykomenen hem ter we-
derzyden met een gelyke kragt en rig"
ting botfen.
XXXII, En even weinig zal 'er ge-
F 2 dnu-