moet men den grond van de val in de ruimte DA BE met rys beleggen, zoo dat het zelve overal tegen de kanten van de val en van voren tegen de reipaalen wel aanfluitdezen bodem van rys moet men, geduurig de een kruisling over de andere leggende, brengen ter hoogte van 4 a 5 voeten, en dan door dezelve ftaaken heijen tot in den vasten grond, aan welke men, op den gelegden rysbodem, rystuinen moet opwerken, en die met fteenen opvullen, om te beletten, dat het ryswerk door den vloed niet worde om hoog geligtop deze wyze moet men dit ter zeiver hoogte opwerkenals het weggevallen is geweest, of dat het nieu we werk ter weaerzyden met de afgeval- Ie kanten gelyk legt, op dat het water by vloed en eb met een gelyke beweging en zonder val of draaijing 'er over heen zoude konnen loopen. (JXLIV. Dus devalzelv zynde opge maakt moet men den overgebleven dyk aan de binnenzyde verzwaarenen ge heel overhaalenof zoo die tot aan den binnenbarm C (zie Fig. 8) geheel is weg gevallen, dan moet men, zoo verre de val zig uitftrekt, een geheel nieuwen dyk IN DE ZEE-DYKEN. 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 187