104 C. DE KANTER OVER DE VALLEN fomwyl zeer fchadelyk, en veele van die mogen ten regte aangemerkt worden als de oorfprong van dat kwaad; reden, waarom de aanleg en de onderhoudin- ge dier werken altoos met veel voorzig- tigheid en beleid behoorde te gefchie- denwant het is hier als met veele an dere zakenwanneer zy niet mede, dat- ze dan tegenwerken, niet tegenflaande deze inconveniënten egter, myns bedun kens, aan verfcheiden dykagien, alle hoofden en andere zeeweeren niet kun nen gemist worden, maar veele volftrekt noodig zyn, zoo tot brekinge der zee golven als tot afleidinge van het gety. Het tweede lid des voorftels doet on derzoek na de wyzeop welke de bewus te vallen zyn voor te komen. Hier op antwoorde ik, dat, volgens myn begrip, geen werken of middelen zyn uit te denkenom de ondermynin- ge, als bereids daar is, te ftuiten, ver mits zulks onzigtbair istreffende dik- wils plaatfendaar de minfte gedagten niet op zyn. Het voornaame, waar door de vallen te voren eenigzins ont dekt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 200