106 C. DE KANTER OVER DE VALLEN
den krygen, dog dat het op veele plaat-
fen bezwaar! yk in diervoegen te bren
gen zoude zyn, is een volzekere waar
heid, waar omtrent wy onze gedagten,
benevens de middelenin 't vervolg zul
len vóórhellen.
Zullende alvorens nagaanen in over-
weginge nemende vier bovengemelde
redenen, gegeven van den oorfprong
des kwaadsbenevens de middelen met
het geen daar voor en tegen iswant in
dien de oorzaak konde weggenomen
worden, dan is 'er geen twyffel of die
rampen zouden niet-alleen verminderen
maar zelfs volkomen ophouden.
De eerjle reden der vallen wordt afge
leid van de plaatenen zandbanken, die
in de kanaalen gevonden worden, en
den ftroom dringen en persfen naar den
walwaar tegenmyns bedunkens op
verfcheiden plaatfen weinig of niets met
eenigen grond van fucces kan onderno
men worden, zynde egter niet afkeerig
van te denkendat aan fommige wate
ringen wel eenige diverfie m het gety te
maken zoude zynftrekkende tot verlig-
tinge van clen walkant, beftaande in't
maken van ryshoofden tegen of op de