io8 c. de kanter over de vallen gaans een driftige en onbehendige zand grond is, daar men die op zoude moe ten maken, dat zoo wegens verlies van grond, als by ysgang, een geduurigen, moeilykenen zeer kostbaaren arbeid zoude verfchafFen. De tweede en derde redenen, hier bo ven aangemerkt als grond-oorzaaken der onheilen, zyn ook, volgens myn oor deel, bezwaarlyk, ja, op veele plaat- fen, onmogelyk om weg te nemen; ook is 'er dezen aangaande weinig uit te denkendat tot verbeteringe zoude kun nen ftrekken; zynde dat niet anders te wagten dan door een algemeenen aan was, en opwas van den bodem des ka- naals. Het voornaamfte, indien niet het eenigfte middel, dat gegronde ver- wagtinge van effett in dezen kan geven zoude beftaan in 't maken of leggen van een dam, het zy die zigtbaar is, en bo ven water komt, of niet, ten einde het ondergety, dat de gronden meest roert, en in beweginge brengt, tebreeken, en den ftroom te doen verminderen. De ondervindinge heeft geleerd, dat zulks mogelyk is, en dat het eerfte van die werken volkomen heeft beantwoord aan de verwagtinge. Dog aan veele wate-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 204