IN DE ZEE-DYKEN. Ill
het zy aan een plaatof geabandoneerd
werknoodig geoordeeld wordtby al-
dien zulks moet gaan door het diepe:
wy keuren ook niet volkomen af de lig-
tere zinkwerkendie niet meer dan van
twee hukken dikte zynen gefloten lig
gen tegen den oeverkant, kunnende als
dan dienhig zyn, om denzelven te be
veiligen, en ook hrekken tot bewaaringe
van den voorgrond, als mede tot een
bed om heen op te horten, zynde egter
onder verbeteringevan die gedagten,
dat op differente plaatfen het horten
van heen, het zy brikken of Vil-
voordfchen, te verkiezen is, dog in
diervoegen te losfendat men niet uit
den diepen beginne, of op hoopen,
maar van den bovenkant af met dunne
hortfels. Wel is waar, dat de zee die
veel zal afhalen na den diepenmaar zal
ook veel laten leggen en de andere bren
gen ter plaatfe daar het van nooden is,
waar door men met den tyd een vlak
ken en herken oeverkant zoude krygen.
De redenen, waarom ik dit zoude
verkiezenzyneerstom dat het rys-
werk door de zeewormen zoo veel te ly-
den heeftten anderenom dat de oe
verkant doorgaans met dorpels, en zeer
on-