'peerdtot afzetten en uitwykingever mits het een losfen gronden van voren geen fteunfel als 't water heeft: indien 't gemelde werk wordt aangelegd op een talu van drie voeten op de voetdan is het op meest alle plaatfen beftaanbaar, dewyl door zakkinge en mindere of meerdere aftrekkinge zulks komt te ver meerderen; deze bewerkinge moet zoo veel mogelyk gefchieden met ftaaken, ten minften van 5 voeten lang, en daar het dik van rys is, alle 2 a 3 ftaaken een flyte van 8. a 10 voeten lang, voorna- menlyk in de twee buitenfte tuinen van het onderwerk, en op de andere voor- naamfte tuinen alle 3 a 4 ftaaken een flyt of anker; inmiddels moet 'er fteen be zorgd worden, om ten fpoedigfte alles, dat zyn beflag van rys heeftte brengen onder den fteenbyzonder daar de meeste flag van water doorgaans komt: geheel na boven kan die worden agtergelaten, om dat 'er geen noodzaak isom het bo- venfte altoos met rys te houdenbelan gende den fteen hier toe te gebruiken, men kan volftaan met Vilvoordfchen dog de losflnge daar van moet niet ge fchieden met hoopen op het nieuwe werk, maar zoo veel doenlyk op de vas- 124 C. DE kanter over de vallen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 218