128 C. DE KANTER OVER DE VALLEN zulks niet te doen dan met overgroote kosten, waarom men daar van moet af zien. De ftoffe, waar door de vallen zoo Ipoedig vervuld worden, komt, na ge- aagten door ondermyninge van gemel'- de hoekenen van boven het meiland dat grootendeels gebragt en getrokken wordt na den valindien de opwas heel fpoedig komt, gebeurt het doorgaans, dat eenen der hoeken of daar omftreeks een diergelyk onheil treft, dog zelden wordt direct dezelfde plaats aangetast, waar van de reden zal zyn, dat die los- fe aangedikte grond niet ligtelyk kan ondermynd worden. Indien die rampen komen in een dyk daar weinig of geen voor-oever is dan is, myns oordeels, niet beter dan jaar- lyksna vermogeneen ligte en egaale jftortinge te doen langs den kant, het zy met brikken of met Vilvoordfchen fteen, waar door met de garinge van opwas tusfchen beide, met 'er tyd, een fterke en goede voorkant kan verkregen wor den zynde egter niet van gevoelen om daar in te berusten, maar vinde het in tegendeel raadzaam de voorzigtigheid in zaa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 222