156 J- E RMERINS OVER HET
wateruit de hooge meersfemet Jlr*
chibujiersdie van binnen van haare ver-
weeringen drevenzoo dat de myngraver
haast gelegenheid vondt, om zich aan den
muur te hechten. Hier by kwam dat de
Lieutenant, die, in het afwezen van zy-
nen Hopmanhier binnen geboodtdoor
den arm werdt gefchoten zoo dat hy
nevens andere gekwetllen, by gebrek
van een wondheeler vreesde aan de
wonden te dervenen overmits zy
geen ontzet te gemoet zagen, en de
tugtzoo noodig ter beftiering der krygs-
knechtenhier luttel gevonden werdten
'er daarby mangel was van gereedfchap
en goeden wille om den mineurdie vast
hun graf bereiddetegen te werkenwa -
ren zy te zamen oorzaakdat deze ves
ting den 5. Augustus des voorgemelden
jaars 1573. aan de belegeraars, by ver
drag, wierdt overgegeven; bedingende
de bezetting alleenig hun leven en pak-
kagie (1). Men vondt daar binnen agt-
tien hukken metaal kanon, oorlogs- en
mondbehoeften naar evenredigheid (m).
De blyde tyding van deze verroovering
werdt
(m) petit Liv. 10. pag. 257.
(1) VAN METEHEN 4. boek. HOOFT bl. 328.