Ï68 J. ËRMERÏNS OVER HET denfedert een jaar herwaartsmet zy- nen wille niet meer gefchied waren; aanbiedende den Sergiantdie het voorverhaalde beftaan had te doenter ftraffe over te gevenverder, dat alleen- lyk tot goed maken der kostendie de kaarsfen voor de wachten van 't kafteel vorderdentwee blanken van ieder per- foon werden afgeeischt, die daar met pas- fepoort langs troken dat die fchepen welke voorby varende niet ftreekenof eere aan deze fterkte bewezendaar toe met een looze fchoot wierden gedwon gen die zy dan betaaldengelyk hy meende redelyk te wezendat hy ook gelast wasde fchepenuit Engeland ko mende te doorzoekenten einde de flui- keryen uit dat ryk te weerente vreden zynde hem te gedragen naar zulke be- veelen, als overeenftemden met het ver bond van byftand met zyne Koninginne aangegaanwaar op de Staaten nog den- zelven dag het volgende befluit namen, Dat alzoo de fterkte van Rammekem 9> hare Maj.c maer en is gegeven tot verzekertheidmet expres befpreck dat hare Maj.t haer nyet en zoude onderwindende politie en ordre van w adminiftratie des Landts zaken, en dat dien^

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 262