170 J. ERMER1NS OVER HET Al het welke men te liever breedvoe rig heeft willen verhaalen, om daar door een denkbeeld te verkrygen, van de wyze, hoe eene fterkte als Zeeburg en kan gebruikt en misbruikt worden en dat vreemde hulp altoos gevaarlyk met opzigt tot de vryheid, is; ook hoe men ten dien tyde dagt en fprak, en dat het den Staaten aan geen moed mangel de, om tegen verdrukking, al was 'tvan vriendenhertige befluiten te nemen. Het driejaarig beleg van Oostende ver vulde Walcheren dagelyks met gekwet- fte en kranke krygsliedendie de fteden tot veel last warenbuiten de zorg, dat die te eeniger tyd een befmette lugt en gevolgelyk aanrekende ziekten mog- ten veroorzaakenwaarom men in be raad leideom omtrent Rammeken-Ha- ven een pesthuis te ftichten (h); maar of men door gemelde plaats het oude Ram- mekensof het tegenwoordige Zeeburg dat nu al meestentyd Rammekens werdt genaamd, te verftaan hebbeis my niet geblekenmaar wel dat een zoo nuttige inrigtingals voorfchreven voorftel be helsde tot geen dadelyke uitvoering is gekomen. Wan» (h) Idem d'Ao. 1603.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 264