172 J. ERMERÏNS OVER HET
dat de wedergift van Vlisfingen en Ratn-
mekenseindelyk wasgefchied, waarover
hun Edele Mogende God de Heere loof-
de ende de voorfchreeve gedeputeerden be
dankte (k).
De laatfte, dienikvinde, dat Zeeburg,
of liever nu Rammekenstot een gevan
genis heeft geftrekt, is geweest Piet er de
GommeCommis van de Vivres en Am-
munitien van Oorlog te Lillo en de omleg
gende Fortendie, om wanbedryf in
zyn bediening, van February tot Augus
tus 1641. op dit kafteel zyn verblyf had,
wanneer de rechtsoeffening over hem
door 's Lands Staaten aan de Wethou
ders van Vlis fingen is aanbetrouwd, en
hy derwaarts gevoerd (1).
Dat de rêede voor dit kafteelgeduu-
rende het bewind der beide Stadhouders
en groote Veldheeren Mauritz en Fre-
drik Hendrikfteeds de verzamelplaats
was voor de ingefcheepte benden, met
welke eene togt naar Vlaanderen of op
de Schelde beftemd waszal niemand
onzer onbekend wezen, die maar even
on-
(k) Staaten Notulen d'Ao. ióió»
(1) Idem d'Ao. 1641.