charter van koning lodewyk. 2ï5
II. Namenlyk die groote man, aan
wien Duitschland(en voor een groot
deel, ook wy) den fmaek voor de Fran-
kifche en oude inlandfche Rechtsgeleerd
heid (op dat ik my dus uitdrukke) heeft
dank te weetendie groote manzeg ik
in zekere daer toe gefchikte verhande*
ling, willende aentoonen, dat een char
ter waer mede een voornaem klooster
der ftad Lindau in Schwaben zich vlei
de door Koning Lodewyk van Germa-
nie befchonken te zyn, onecht was,
brengt ten dien einde een menigte echte
charteren van onzen Lodewyk bywaer
na hy zegt, mult a jam produximus
nihilominus tarnen adhuc tria adferemus
fatius arbitrati plura quam Jit necesfum
adferrequam aliqua in parte deficere
fed et illa tria ejus sunt mo-
menti, uti ex iis eximia licet ad-
discere (m): dat iswy hebben nu reeds
veel charteren bygebragtmaer zullen
er niet te mïn noch drie by voegenach
tende dat het beter zy''er meerder voor
den dag te brengen dan noodig isdan wel
in 't een of ander deel in gebreke te bly-
O 4 ven
(m) H. Coming* Cenfirdiplomat* Ludovic* pag* 55.
C«