VALLENDE [ZIEKTE. 28ï
kommering gehad heb, om inwendig
lootmiddelen te gebruikenvreezende
mynen lyderen daar door te zullen be-
nadeelen. Ik herinner my leevendig,
hoe meenigmaal en met hoe groot een
ernst myne hooggeëerde Leermeesteren,
deHeeren boerhave en oosterdyk
schacht, myn hooggeachte Vader,
hunne toehoorderen in 't gemeen, en my
meermaalen in 't byzonder afgeraaden
hebben, om immer, en in wat gevallen
het ook zyn mogte, tot het inwendig
gebruik dezer middelen te koomen, ten
vollen overtuigd van derzelver fchade-
lyke gevolgenin welke gedagten ook
veele andere Geneesheeren geweest zyn
en nog zyn. Des niettegenstaandeter-
wyl 'er fommigen gevonden wordendie
geen de minfte zwaarigheid maaken om
op een omzigtige wyze dezelve te ge
bruiken, ja zelfs in veele gevallen voor
zeer kragtig en heilzaam houden, oor
deel ikdat immers die konstoeflfenaars
grond genoeg hebben om te beproeven,
of dit middel, in de vallende ziekte te ge-
neezen, weezentlyk eenig vermoogen
hebbe.
Eindelyk kwam by my in bedenking;
S 5 of