takkige uitbreidingen, die aan het ge- wey van een hart eenigzins gelyk zyn; men ziet het zelve vertoond in de Na- tuurlyke grootte Fig. i, A. en vergroot by Fig. i, B. Wat de byzondere gefteld- heid van dit Zee-Hakje betreft, de kop is dik en ftomp, het lichaam kegelsge- wys naar achteren fcherp toeloopende tot aan den ftaartwelke eindigt in eene tak kige uitbreidingop het lyfen wel be- paaldelyk op den rug, bevinden zich vier paaren, en dus acht, als hartshoornen getakte lichaamtjes; aan den kop ont moet men, boven op denzelven, een paar foortgelyke getakte uitbreidingen die minder hoogmaar breeder zyn dan op den rug van dit fchepfeltjeuit het mid den van yder dezer op den kop ftaande uitbreidingen komt voort, een lang, rond puntig loopend hoorntje't welk zich als met een fpiralen draad of flange- trek omringd vertoontwat lager aan we- derzyden van den kop ontdekken zich een paar doorngelyke puntige uitftekken en eindelyk noch lager fchuyns naar vo ren een paar zonderlinge getakte fprie- tenmede puntig uitloopendede kleur van dit Slakje is aschgraauw, een weinig naar het bleekrood hellende. T 2 Ik ZEE-INSECTEN. 2QI

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 385