Z E - 1 N S E C T E N. 293 en zomermaand, in een groot aantal gevonden op het koraalgewas, dat ge noemd word zeedraad en zeedenneen ook op andere koraalgewasfen. Het heeft in fommige opzichten eenige overeenkomst met de Zeejlak met zacb- te punten, door den Heer bast ER be- fchreven en afgebeeld, in deszelfs Na- tuurk. Uitfpann. Tab. 10. Fig. A, doch het verfchilt zeer veel in grootte met het zelveook is het hoofd merkelyk anders gefteld, en niet onaangenaam maar in tegendeel fierlyk voor het ge zicht meest alle zee-wieren zyn (gelyk ik gezegd hebbe) daar mede vry fterk bezet; de grootte van 't zelve is gewoon- lyk duimzoo als is afgebeeld Fig. 2 A. en vergroot by Fig. 2, B. Doch ik heb over weinig dagen eene gekregen dat dubbel zoo groot waste weten in lengte by de duim, hebbende ik nimmer zoo groote noch gehad. De kop is ftomp en dik; het lyf is aan een mirteblad gelyknaar achteren fpits toeloopende; op het hoofd liaan vier hoorntjes, twee daar van komen zyde- lings voorwaards, en worden gevolgd van twee andere, die zydelings achter- waards zyn geplaatstverder ziet men T 3 bo^

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 387