294 I" BO MME OVER DE boven op het lyf een meenigte zachte doorns of veêren met ftompe punten van voren naar achteren toeloopende. Deze zyn gewoonlyk fchuins achter overliggende, doch het diertje heft de zelve dikwils vry hoog open vertoont dus een eegel of verkensrug; terwyi ook dezelve, in het voortkruipen en zwemmen, in eene geduurige beweging zynzoo wel als de hoorntjes. De kleur is graauw-wit, of ook wel bleek-rood, en naar de top-einden der zachte doornen hooger rood: doch ik heb gevonden, dat de kleur dezer Slak jes zich vertoont overeenkomllig met de kleur der koraalgewasfen en Polyp- jesby welke zy zich bevindenwan neer die graauw zyn, dan is de Slak graauwen zy is rood wanneer deze de roode kleur bezittenwaar uit befluite dat haar voedzel hier van de oorzaak zyook heb ik dezelve in 't vervolg van kleur zien veranderenwanneer ik haar by andere Polypen plaatfte. Vereeniging tusfchen dezelve heb ik nimmer konnen te zien krygen, maar wel de gevolgen daar vandoor haare ontlaste eijerltokken of nesten, die de gedaante hebben van een rond of lang rond

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 388