Sp6 U BO MME OVER DE zy boven aan de oppervlakte van het water zyn gekomen, en wel met haar platte deel naar boven gekeerden de Hoorntjes naar beneden (gelyk ik in meest alle Zee-flakjes heb waargenomen) waar na zy gewoon zyn, door eene ombui ging, wederom fchielyk naar beneden buitelen. Het gemelde laatstgevonden grooter Slakje van dit foorthad op den rug een kaale ftreepvan 't hoofd naar den ftaart loopende, de vederen zich wederzyds zylings afwendende. 4. Het geknodsjle Zee-Jlakje met vier hoornen Een ander foort van vierhoornig Slak je heb ik den naam gegeven van het geknodsjle Zeejlakje met vier hoornendit fchynt my toe veel overeenkomst te hebben met het vorige zacht gedoomd Zee-Jlakjewant de gedaante van den kop en het lichaamals mede de gewoo- ne grootte, zyn zeer overeenkomftig met het laatst befchrevenedoch de ver- fierfels op den rug zyn verfchillende het heeft behalven de vier hoorntjes, wel- Jte op het hoofd ftaanen waar van 'er twee

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1773 | | pagina 390